Moestuin onderhouden
Groenten en fruit, gekweekt in eigen tuin en geoogst op precies het juiste moment: een verrijking van de maaltijd. Op deze pagina leest u alles over het onderhouden van uw eigen moestuin en geven wij tips voor het
In een moestuin zijn bodem en insecten de belangrijkste items. Daartoe streven we naar constante toevoeging van compost en het kweken met een vruchtwisselingsplan. Dit laatste houdt in dat er niet twee maal achter elkaar hetzelfde gewas op dezelfde plaats gezet wordt om ziekten in de bodem (vooral schimmels) te voorkomen. Daarnaast plaatsen we diverse gewassen bij elkaar die ervoor zorgen dat we minder last hebben van insecten. Voor de vruchtwisseling leggen we een schema aan op papier:
Voor de moestuin gelden ook de eerder behandelde onderwerpen over bemesting (Innogreen Moestuinmest) en bodemverbetering (zie bemesting bij gazon en bodemverbetering en ziekten bij de border).
Bekijk:
Je verdeelt je moestuin in een aantal gelijke delen, bijvoorbeeld 4 of 8. Op elk stuk zet je dan een bepaalde plantengroep, die dan jaarlijks doorschuift naar het volgende stuk waardoor je na 4 of 8 jaar weer op de uitgangspositie terecht gekomen bent. Bijvoorbeeld op 1 aardappels, 2 koolgewassen, 3 wortelgewassen enz.
LET OP: Geen opvolging doen met gewassen uit dezelfde familie. Bijvoorbeeld bij kool ontstaat dan de kans op knolvoet. Om ziekten te vermijden ontstaat zo een wachttijd. Voor de meeste gewassen dus 4 jaar. Andijvie en spinazie 3 jaar. Uien, koolsoorten, en erwten liever 6 jaar. Met dit systeem van vruchtwisseling helpen we ook aan het verbeteren en in stand houden van een goede structuur van de grond.
Teeltplan: Hierin staat waar en wanneer je iets gaat poten of zaaien. Maak hiervoor een schema op papier. Je kunt een bepaald gewas ook op meerdere tijdstippen zaaien en daarmee proberen de oogst te spreiden. Een garantie is dit niet wat planten zijn afhankelijk van licht, temperatuur, en vocht en groeien onder bepaalde omstandigheden sneller of langzamer, waardoor vaak alles van 1 soort in een kort tijdsbestek oogstbaar is.
Combinaties maken
Door gebruik te maken van combinaties kan de opbrengst verder verbeteren. We kunnen hoge gewassen zoals mais gebruiken als windbreker, oppervlakkige wortelaars naast diepe wortelaars enz. Meer soorten door elkaar trekken ook meer soorten insecten aan die elkaar in evenwicht kunnen houden. Hierbij moet u denken aan schadelijke en nuttige insecten (natuurlijke bestrijders). Bepaalde kruiden geven geuren af die insecten weren. Enkele voorbeelden van combinaties: Plant sla bij ui,wortel, radijs, prei. Kool bij boon, aardappel, salie. Suikermais bij erwt, aardappel, pompoen. Bieten bij ui, kool, koolrabi. Aardbei bij sla, boon, spinazie. Plant tomaat niet bij aardbei.
Door het jaar heen:
- Januari: Opstellen teelplan en vruchtwisselingsplan.
- Februari: Vroege gewassen voorzaaien in huis of kas. In de kas kan eventueel al radijs, spinazie, en eventueel sla.
- Maart: Opkweek diverse gewassen onder glas, als er geen vorst meer is kan de grond los worden gemaakt, compost op worden gebracht en er licht worden ingeharkt. Vroege gewassen bij geschikt weer zaaien: spinazie, ui, vroege worteltjes.
- April: Planten van vroege aardappels, koolgewassen en erwten. Sla heeft nog beschutting/bescherming nodig. Verder kan bijna alles gezaaid worden onder glas.
- Mei: Na half mei wordt de kans op nachtvorst heel erg klein, dus kunnen we bijna alles buiten zaaien; tomaat, boon, pompoen, courgette, maïs enz. Ook het onderhoud begint nu. Wied op tijd zodat je bij blijft met het onderhoud.
- Juni: Alles wat gezaaid is kan worden uitgeplant. Wat niet goed opgekomen is kan nu nog worden bijgezaaid. Nu is het tijd om te dunnen bij bijvoorbeeld wortelen en bieten. Aanbinden, wieden en oogsten!
- Juli: Aarbeien uitplanten, winterprei zaaien/planten. Bonen, erwten en vroege aardappels oogsten. Nogmaals zaaien van andijvie en veldsla is mogelijk. Let op aanbinden, ziekten en plagen!
- Augustus: Spinazie, kervel en eventueel nogmaals veldsla zaaien. Oogsten van diverse gewassen waaronder kool en uien. Uien kunnen vaak direct op het land gedroogd worden.
- September: Oogsten van vele gewassen waaronder late aardappels, bonen, kool, bieten. Composthoop goed opzetten, en wieden.
- Oktober: Gewassen die niet tegen vorst kunnen worden nu geoogst; pompoen, knolselderij, de laatste aardappels. Wieden en bekalken.
- November: Winterharde groenten kunnen buiten blijven zoals bijvoorbeeld prei, spruiten, boerenkool, rode kool. Verder winterklaar maken (bewaargroenten, landbewerking enz.).
- December: Controleer de bewaarde groenten op rot en ga vast oriënteren voor het nieuwe tuinseizoen. Oogsten van kool, prei en winterpeen.